Burtonville is de eerste keer vermeld bij de telling van 1575. Aangenomen wordt dat Burtonville ontstaan is in de tweede helft van de 16de eeuw. Het dorp lag aan het kruispunt van twee belangrijke wegen die tot het midden van de 19de eeuw druk gebruikt werden. De ene weg vormde een belangrijke verbinding tussen enerzijds Bovigny, Rogery en anderzijds Stavelot en Malmedy, de andere weg tussen Vielsalm en Sanct-Vith.
De naam zou afkomstig zijn van 'village de Buton'. Burton zou verwijzen naar een bepaald beroep, iemand die gangen graaft (om de leisteen te ontginnen).
J.P. Leburton laat ons weten dat in het Luikse dialect en meer bijzonder in het taalgebruik van de mijnwerkers, een 'bure' de hoofdschacht is van een koolmijn en een 'burton' een bijkomende verluchtingsschacht is die zorgt voor de luchtcirculatie in die mijn.
Burtonville est mentionné aux dénombrement de 1575: la localité est née dans la deuxième moitié du XVI siècle.
Le village est né au passage de deux voies fort fréquentées jusqu'à la moitié du XVIIIe siécle. L'une desend vers Sart-Hennard et Petit-Thier; elle conduisait à Stavelot et Malmedy, presque en ligne droite, les habitants de Rogery, Ourthe, Bèche, Cierreux, Bovigny.
L'autre chemin, venant de Vielsalm et Salmchâteau, court vers la direction de Saint-Vith, et le langage local l'appelle toujours 'vôye deu saint Vé'.
Le nom de la localité signifie, semble-t-il bien: village de Burton. On pense que 'burton' est un nom de métier, celui de creuseur de 'beur', ou y travailler, activité en rapport avec les fosses et galeries des environs créées pour l'extracton du chiste ardoisier notamment.
J.P. Leburton nous signale qu'en wallon liégeois et en particulier dans le langage des mineurs de charbon, une bure est le puits principal d'une houillère et un burton est un puits auxiliaire d'aération qui provoque un courant d'air dans le charbonnage.